machtigen
Nederlands
Woordafbreking
- mach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
machtigen |
machtigde |
gemachtigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
machtigen
- overgankelijk (juridisch) aan iemand anders het recht overdragen in je naam te handelen
Hyponiemen
- bemachtigen, volmachtigen
Vertalingen
1. aan iemand anders het recht overdragen in je naam te handelen
Gangbaarheid
- Het woord machtigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'machtigen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.