bemachtigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·mach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van macht met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bemachtigen
bemachtigde
bemachtigd
zwak -d volledig

Werkwoord

bemachtigen

  1. overgankelijk met moeite in handen krijgen
    • Hij bemachtigde op het nippertje nog een kaartje voor de wedstrijd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemachtigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.