maandelijks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maandelijks    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈman.də.ləks/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈman.də.ləks/
    • (Limburg): /ˈmaːn.də.lɪks/
Woordafbreking
  • maan·de·lijks
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen maandelijks
verbogen maandelijkse
partitief maandelijks

Bijvoeglijk naamwoord

maandelijks

  1. iedere maand een keer
    • Dit is een maandelijkse bijdrage. 
Hyponiemen
Vertalingen

Bijwoord

maandelijks

  1. iedere maand een keer
    • Wij gaan maandelijks vissen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord maandelijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.