luchtzak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtzak luchtzakken
verkleinwoord luchtzakje luchtzakjes

Zelfstandig naamwoord

luchtzak m [1]

  1. een vertikale wind van boven naar beneden die ontstaat als koude lucht naar beneden gaat
    • 'Ineens zakten we. Alsof we in een luchtzak waren geraakt', zegt De Knecht. 'De piloot gaf vol gas. We hoorden de motoren op volle kracht draaien. Vervolgens begon het hele toestel te trillen. De staart van het vliegtuig brak af nog voordat we de grond raakten. En toen volgde die ongelooflijk harde klap. Het werd doodstil en donker. Er was geen paniek. Na een paar seconden begon het gegil.'[2] 
    • Het vliegtuig schudt door een luchtzak. 12a buigt zich naar de stewardess die voor de turbulentie is teruggekeerd naar haar stoel. Die met de mooie ogen. „Kun je op het vliegveld van Istanbul een boekje krijgen, met Turkse woordjes?” De stewardess heeft geen idee wat 12a zojuist gevraagd heeft, maar knikt streng dat hij zijn riem even moet gespen. 12a zakt gerustgesteld terug in zijn stoel. Dat gaat helemaal goed komen, daar in het Babylonië op het noordelijk halfrond. Nog een stomp in de zij. „Boer soek Rus”, lacht hij. Ik lach terug. Ja, daar zouden ze een televisieprogramma over kunnen maken.[3] 
  1. (biologie) een longzak bij vogels
  2. luchtbel in een waterleiding die door doorstroming belemmert
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luchtzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 27/02/2009 door mcu
  3. NRC Bram Vermeulen 6 september 2012
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.