luchtweg

Nederlands
Luchtwegen boven Europa
Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtweg luchtwegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

luchtweg m [1]

  1. (anatomie) vooral als meervoud luchtwegen: organen waardoor de lucht in de longen komt
  2. (verkeer) route die een luchtvaartuig neemt

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord luchtweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.