loterij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kansspel met lootjes’ voor het eerst aangetroffen in 1518 [1]
  • Naamwoord van handeling van loten met het achtervoegsel -erij [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord loterij loterijen
verkleinwoord loterijtje loterijtjes

Zelfstandig naamwoord

loterij v

  1. een schema waarbij door velen een kleine financiële inzet gedaan wordt, waaruit aan weinigen, door het lot bepaald, een grote som uitgekeerd wordt
    • Hij had de loterij gewonnen en was op slag miljonair. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • bankgiroloterij, instantloterij, krasloterij, postcodeloterij, staatsloterij
Afgeleide begrippen
  • loterijbriefje, loterijlijst, loterijspel
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord loterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.