verloting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lo·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verloten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord verloting verlotingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verloting v [1]

  1. het verloten, het trekken van de loten
    • In 2013 vierde hun Unicum Restaurant zijn halve-eeuwfeest met de verloting van een BMW onder zijn gasten.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord verloting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Frank van Dijl 24 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.