loopgracht
Nederlands
Woordafbreking
- loop·gracht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lopen zn en gracht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loopgracht | loopgrachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
loopgracht v/m [1]
- (militair) een uitgegraven geul, diep en breed genoeg dat men er in kan lopen zonder bloot te staan aan vijandelijk vuur
- De soldaat maakte de granaat onder het oog van zijn overste klaar voor ontploffing en gooide hem daarna weg. Alleen verliep dat niet zoals gepland: het explosief belandde tegen een muur voor hen en kaatste terug.De officier reageerde gelukkig bliksemsnel en trok de soldaat met zich mee een loopgracht in. [2]
- Getekend door vier jaar ellende in de loopgrachten, gaat hij op weg naar huis en op zoek naar zichzelf door een land in totale chaos. [3]
Gangbaarheid
- Het woord loopgracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loopgracht' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 25/12/2011 door bpr VIDEO. Oefening granaatwerpen gaat de mist in
- De Standaard 02 NOVEMBER 2010 Leo Bonte VRT wekt de Grote Oorlog tot leven
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.