loofhut

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loofhut    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlofhʏt/
Woordafbreking
  • loof·hut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loofhut loofhutten
verkleinwoord loofhutje loofhutjes

Zelfstandig naamwoord

loofhut v / m

  1. hut gemaakt van bladeren
  2. (religie) hut waarin joden het Loofhuttenfeest vieren[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord loofhut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.