loeris

Niet te verwarren met: loeri's

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loeris    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlurəs/
Woordafbreking
  • loe·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loeris loerissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

loeris m

  1. (pejoratief) (verouderd) iemand die dom of lomp is
    • Hofdijk mocht wel eens zeggen als je er niet uit kon komen: ‘Ja! wel, lummel, lobbes, loeris, peren met sop, e-vierduiten een kop’! (…) [3]
    • Zou ik mij van 't kwaad wijf laten verdouwen,
      't Volk zou mij verspouwen.
      Zij zouden mij voor enen loeris houwen
       [4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord loeris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
12 %van de Nederlanders;
9 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.