loempia
Nederlands
Woordafbreking
- loem·pia
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘gevuld hartig pannenkoekje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1954 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loempia | loempia's |
verkleinwoord | loempiaatje | loempiaatjes |
Zelfstandig naamwoord
loempia v / m
Afgeleide begrippen
- loempiavouwer, loempiafabriek
Hyponiemen
- kaasloempia
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord loempia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loempia' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.