lies
Nederlands
Woordafbreking
- lies
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plooi tussen onderlijf en bovenbeen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
- In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1146 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lies | liezen |
verkleinwoord | liesje | liesjes |
Zelfstandig naamwoord
lies v/m
- (anatomie) gedeelte van de buikstreek die met de liesplooi de grens vormt tussen onderlichaam en dij
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord lies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lies' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.