lidgeld
Nederlands
Woordafbreking
- lidĀ·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lid en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lidgeld | lidgelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lidgeld o
- Hij heeft altijd trouw zijn lidgeld betaald.
Gangbaarheid
- Het woord lidgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lidgeld' herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.