lidgeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lidĀ·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lidgeld lidgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lidgeld o

  1. lidmaatschapsbijdrage, bijdrage, contributie
    • Hij heeft altijd trouw zijn lidgeld betaald. 

Gangbaarheid

  • Het woord lidgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.