levensfunctie
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·func·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven zn en functie zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensfunctie | levensfuncties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensfunctie v
- hoofdreden van bestaan, belangrijkste rol
- Wij denken aan een kerk als de H. Familie in Oberhausen, die zich geheel onopvallend in het menselijke landschap inschrijft, geen enkele reden van bestaan heeft dan haar levensfunctie. [1]
- proces in een organisme dat onmisbaar is om niet dood te gaan
- Deze ontregeling van de wellicht vitaalste levensfunctie, de afwisseling tussen waken en slapen, bewustzijn en droom, activiteit en regeneratie, tast Dal danig aan. [2]
Gangbaarheid
- Het woord levensfunctie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Bekaert, G. Verzamelde opstellen. Deel 1: Stapstenen 1950-1965 (1985) Stichting Monumenten- en Landschapszorg, Brussel; p. 198; geraadpleegd 2017-06-24
- Smulders, W. "F. Bordewijks De wingerdrank I" in: De Nieuwe Taalgids. jrg. 81 (1988) Wolters-Noordhoff, Groningen; p. 326; geraadpleegd 2017-06-24
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.