levensdag
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en dag met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensdag | levensdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
levensdag m
- een dag van iemands leven
- Indien er zich complicaties voordoen, kan de arts beslissen om de tandjes na de tiende levensdag te verwijderen.[1]
- In deze periode worden er veel dieren geboren en een loslopende hond kan een gevaar zijn voor de kwetsbare beestjes. Zo liggen reekalveren in hun eerste levensdagen heel stil in het gras of tussen de bladeren en struiken in het bos.[2]
Uitdrukkingen en gezegden
- de rest van mijn levensdagen
de rest van mijn leven tot aan de dood
- De ouders hopen dat zij de laatste levensdagen van Charlie met hem in het hospice mogen doorbrengen. Aldaar zal op een onbekend moment de beademingsapparatuur van het kind worden verwijderd. De locatie van het hospice wordt niet bekendgemaakt. [3]
Gangbaarheid
- Het woord levensdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'levensdag' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Karen Van Eyken 27-02-17
- de Standaard 26/04/2017 door gjs, jvt
- NRC 27 juli 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.