levenden
Nederlands
Woordafbreking
- le·ven·den
Zelfstandig naamwoord
levenden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord levende
- vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden[1]
Bijvoeglijk naamwoord
levenden
- datief van levend , archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Gangbaarheid
- Het woord levenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'levenden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Apostolische geloofsbelijdenis.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.