leuterpraat
Nederlands
Woordafbreking
- leu·ter·praat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leuter ww en praat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leuterpraat | - |
verkleinwoord | leuterpraatje | leuterpraatjes |
Zelfstandig naamwoord
leuterpraat m
- onzinnig gepraat, nonsens, gezwam
- Deze vraag kán ook beantwoord worden, maar zeer zeker niet met oppervlakkige rationalistische argumentatie of intellectuele leuterpraat.[1]
Gangbaarheid
- Het woord leuterpraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Westers bewustzijn, oosters inzicht. Carl Gustav Jung, Pety de Vries-Ek, Annelies Hazenberg 1998
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.