lesuitval
Nederlands
Woordafbreking
- les·uit·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van les zn en uitval zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lesuitval | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lesuitval m
- het niet doorgaan van een geplande les
- Naar aanleiding van de perikelen in het verleden - met onder meer veel lesuitval - kondigde de inspectie enkele jaren geleden al aan de nieuwe onderwijsinstelling extra scherp in de gaten te houden. Gemeten langs de lat van de inspecteur, wordt de school nog altijd omschreven als ‘zwak’. [1]
- Het is niet de eerste keer dat de supermarkt maatregelen neemt tegen de overlast van leerlingen van scholen in de buurt. Dit keer is het goed raak en nu weert Nettorama de scholieren de gehele dag. „Het zijn niet één of twee momenten, maar het gaat de hele dag door. Naast de pauzes, hebben klassen veel tussenuren en lesuitval. Dan komen ze hier massaal naar toe”, zegt Sulmann. [2]
- Amsterdammer Daams, die sinds 1 augustus als locatiedirecteur fungeert, vertelt dat hij meteen actie ondernam toen hij van de lesuitval hoorde. Navraag leerde hem dat veel leerlingen niet op tijd in de eerste les konden zijn, omdat ze in verband met het winterweer vertraging tijdens de reis hadden opgelopen. [3]
- Het woord lesuitval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia 14-02-12 Het blijft tobben met de scholingsboulevard
- Tubantia 28-02-12 Sperma in de lift, dát doet de deur dicht
- Tubantia 21-01-13 Geen les door te weinig leerlingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.