lemming
Nederlands
![](../I/m/Tunturisopuli_Lemmus_Lemmus.jpg)
echte lemming (Lemmus lemmus)
Woordafbreking
- lem·ming
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Noors, in de betekenis van ‘knaagdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1761 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lemming | lemmingen lemmings |
verkleinwoord | lemminkje | lemminkjes |
Zelfstandig naamwoord
lemming m
- (knaagdieren) een knaagdier dat vooral in het hoge noorden op de toendra's voorkomt
Vertalingen
1. een knaagdier dat vooral in het hoge noorden op de toendra's voorkomt
Gangbaarheid
- Het woord lemming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lemming' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.