leesbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lees·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lezen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen leesbaarleesbaarderleesbaarst
verbogen leesbareleesbaardereleesbaarste
partitief leesbaarsleesbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

leesbaar

  1. (media) dat een tekst zo is geschreven dat hij makkelijk te begrijpen is
    • Deze journalist kan heel ingewikkelde zaken zo opschrijven dat het voor iedereen leesbaar is. 
  1. dat een handschrift makkelijk te lezen is
    • Deze dokter schreef zo leesbaar dat er geen fouten gemaakt konden worden in de apotheek. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leesbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.