leesbaar
Nederlands
Woordafbreking
- lees·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | leesbaar | leesbaarder | leesbaarst |
verbogen | leesbare | leesbaardere | leesbaarste |
partitief | leesbaars | leesbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
leesbaar
- (media) dat een tekst zo is geschreven dat hij makkelijk te begrijpen is
- Deze journalist kan heel ingewikkelde zaken zo opschrijven dat het voor iedereen leesbaar is.
- dat een handschrift makkelijk te lezen is
- Deze dokter schreef zo leesbaar dat er geen fouten gemaakt konden worden in de apotheek.
Gangbaarheid
- Het woord leesbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leesbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.