onleesbaar
Nederlands
Woordafbreking
- on·lees·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onleesbaar | onleesbaarder | onleesbaarst |
verbogen | onleesbare | onleesbaardere | onleesbaarste |
partitief | onleesbaars | onleesbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onleesbaar [1]
- niet te lezen doordat de karakters onduidelijk zijn of wegens de slechte schrijfstijl
Afgeleide begrippen
- onleesbaarheid
Gangbaarheid
- Het woord onleesbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onleesbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.