leemput
Nederlands
oude leemput nu meertje
Woordafbreking
- leem·put
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leem zn en put zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leemput | leemputten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
leemput m
- een laagte ontstaan door het afgraven van leem voor bouwmateriaal (voor vloeren of voor de afwerking van vlechtwerkwanden) of voor de fabricage van bakstenen
- Het verblijf ziet er ruim en afwisselend uit: naast het water zijn er onder meer een grote schuurstronk (om lekker tegen aan te schuren), rotspartijen (om in de schaduw te kunnen staan) en een leemput (als ‘scrub’ na het bad). [1]
Gangbaarheid
- Het woord leemput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leemput' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.