lavendelkoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lavendelkoek    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /laˈvɛndəɫˌkuk/, /laˈvɛndɔɫˌkuk/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /laˈvɛndəlˌkuk/
Woordafbreking
  • la·ven·del·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lavendelkoek lavendelkoeken
verkleinwoord lavendelkoekje lavendelkoekjes

Zelfstandig naamwoord

lavendelkoek m

  1. een koekje waarin lavendel de belangrijkste smaakmaker is
    • Dit zijn werkelijk heerlijke lavendelkoekjes. 
Opmerkingen
  • In de praktijk wordt dit woord vrijwel alleen gebruikt in de verkleinvorm meervoud.

Gangbaarheid

  • Het woord 'lavendelkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.