laryngaal
Nederlands
Woordafbreking
- la·ryn·gaal
Woordherkomst en -opbouw
- van het Latijnse 'larynx' (strottenhoofd) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laryngaal | laryngalen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
laryngaal m
- (taalkunde) medeklinker die in het strottenhoofd gevormd wordt, zoals de h, keelletter
Synoniemen
- laryngale medeklinker
Bijvoeglijk naamwoord
laryngaal
Vertalingen
2. betreffende de larynx
Gangbaarheid
- Het woord laryngaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'laryngaal' herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.