landschap

Nederlands

Uitspraak

Geluid: landschap (hulp, bestand)

Woordafbreking

land·schap

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘landstreek, landelijke omgeving’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
afgeleid van land met het achtervoegsel -schap [2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	landschap	landschappen
verkleinwoord	landschapje	landschapjes

Zelfstandig naamwoord

landschap o

hoe een bepaalde streek eruitziet qua geologische vormen en begroeiing
(kunst) een schilderij waarop [1] het onderwerp van het kunstwerk is
landstreek

Hyponiemen

berglandschap
bureaulandschap
coulisselandschap
cultuurlandschap
duinlandschap

getijdenlandschap
heggenlandschap
heidelandschap
heuvellandschap
hoevelandschap
maanlandschap

Afgeleide begrippen

landschapsarchitect
landschapsarchitectuur
landschapsbeheer
landschapsbeschrijving

landschapsboer
landschapschilder
landschapselement
landschapsgeografie

landschapskunst
landschapspark
landschapsplan
landschapsschilder
landschapsschilderkunst

landschapsschoon
landschapsstijl
landschapstuin
landschapsverzorging
landschapvervuiling

Vertalingen

1.

Engels: landscape ^(en), scenery ^(en)
Frans: paysage ^(fr) m
Papiamento: paisahe

Roemeens: peisaj ^(ro) o
Spaans: paisaje ^(es) m
Turks: manzara ^(tr)

Gangbaarheid

Het woord landschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'landschap' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.