landijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landijs (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈlɑntɛɪ̯s/, /ˈlɑntæɪ̯s/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈlɑntɛːs/
- (Limburg): /ˈlɑntɛɪ̯s/
Woordafbreking
- land·ijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van land en ijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landijs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
landijs o
- een dik ijspakket dat een landgebied van grote omvang bedekt
- Bijna al het landijs op Groenland is deze maand gesmolten.
Synoniemen
- zee-ijs
Vertalingen
1. de vaste vorm van water, bevroren water
Gangbaarheid
- Het woord landijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'landijs' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.