lafheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lafheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɑfɦɛit/
Woordafbreking
  • laf·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van laf met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord lafheid lafheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lafheid v

  1. de neiging keuzes te maken die van weinig moed getuigen
    • Zijn gedrag op het slagveld werd als lafheid betiteld. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lafheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.