lada

Indonesisch

Woordafbreking
  • la·da

Zelfstandig naamwoord

lada

  1. (voeding) zwarte of witte peper
  2. (plantkunde) Piper nigrum , peperstruik
  3. (voeding) Spaanse peper, lombok
  4. (plantkunde) naam voor soorten uit het geslacht Capsicum , zoals de paprika en de Spaanse peper
Synoniemen


Noors

Woordafbreking
  • la·ga
Naar frequentie zeldzaam

Werkwoord

lada

  1. verleden tijd van lade
  2. voltooid deelwoord van lade
Schrijfwijzen
  • [1-2]: ladet
  • [1]: ladde
  • [2]: ladd
Afgeleide begrippen
  • lada opp
  • lada ut

Zelfstandig naamwoord

lada, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van lad (enkelvoud: onzijdig)
Schrijfwijzen
  • ladene

Zelfstandig naamwoord

lada, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van lade (enkelvoud: mannelijk en onzijdig)
Schrijfwijzen
  • ladene


Nynorsk

Woordafbreking
  • la·da

Werkwoord

lada

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lade, zie aldaar

lada

  1. verleden tijd van lada
  2. voltooid deelwoord van lada
Schrijfwijzen
  • [1]: ladde
  • [2]: ladd
  • [2]: ladt

lada

  1. gebiedende wijs van lada
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • lada opp
  • lada ut
  • lade opp
  • lade ut

Werkwoord

lada

  1. verleden tijd van lada
  2. voltooid deelwoord van lada
Schrijfwijzen
  • [1]: ladde
  • [2]: ladd
  • [2]: ladt

lada

  1. gebiedende wijs van lada
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • lada opp
  • lada ut
  • lade opp
  • lade ut

Zelfstandig naamwoord

lada,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van lad
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.