lacune
Nederlands
Woordafbreking
- la·cu·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leemte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lacune | lacunes |
verkleinwoord | lacunetje | lacunetjes |
Zelfstandig naamwoord
lacune v/m
- iets dat ontbreekt
- Er zit al jaren een lacune in de wetgeving.
Vertalingen
1. iets dat ontbreekt
Gangbaarheid
- Het woord lacune staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lacune' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.