laaf
![](../I/m/MoroccoFes_tannerybig.jpg)
Laven in Fez, Marokko
Nederlands
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
laaf v/m
- (leerbewerking) een vaak gedeeltelijk ingegraven kuip voor het looien van leer
- Een laaf was traditioneel van eikenhout.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
laven |
laaf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Ik laaf.
- gebiedende wijs van laven
- Laaf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Laaf je?
Gangbaarheid
- Het woord laaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'laaf' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- laaf
Werkwoord
laaf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van laafe
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.