kunststuk
Nederlands
![](../I/m/Jits_Bakker_-_Kunststuk.jpg)
door de mens gemaakte bizons als kunststuk
Woordafbreking
- kunst·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kunst en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunststuk | kunststukken |
verkleinwoord | kunststukje | kunststukjes |
Zelfstandig naamwoord
kunststuk o [1]
- iets wat met grote vakbekwaamheid is gemaakt
- een werk van een kunstenaar
- Op 18 februari 1897 viel de ooit zo glorieuze stad in een dag. De Britten brandden daarbij het grootste deel van Benin plat - nadat ze de kunststukken uit het paleis hadden geroofd waarvan de bronzen beeldhouwwerken tot op de dag van vandaag in het British Museum te zien zijn. [2]
Gangbaarheid
- Het woord kunststuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kunststuk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.