krot
Nederlands
Woordafbreking
- krot
Zelfstandig naamwoord
- een oude, slechte, kapotte armoedige woning
- In de achterbuurt staan veel krotten die onbewoonbaar verklaard zijn.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- krotopruiming, krottenbewoner, krottenbuurt, krottenkamp, krottenwijk, krotwoning, verkrotten
Gangbaarheid
- Het woord krot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'krot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "krot" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- krot op website: Etymologiebank.nl
- krot op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.