krot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krot
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vervallen huis’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord krot krotten
verkleinwoord krotje krotjes

Zelfstandig naamwoord

krot o [4] [5] [6] [7]

  1. een oude, slechte, kapotte armoedige woning
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.