krasser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kras·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van krassen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord krasser krassers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

krasser m [1]

  1. (beroep) iemand die krast (lakenkrasser en wolkrasser)
  2. (insecten) Chorthippus parallelus een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae
Hyponiemen
  • lakenkrasser, pijpkrasser, wolkrasser

Bijvoeglijk naamwoord

krasser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van kras

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord krasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.