koukleum
Nederlands
Woordafbreking
- kou·kleum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kou en kleum ww [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koukleum | koukleumen |
verkleinwoord | koukleumpje | koukleumpjes |
Zelfstandig naamwoord
koukleum v/m
- (persoon) iemand die het snel koud heeft
- Voor een koukleum met hoogtevrees is Klein Zwitserland in Driebergen het beste alternatief voor het grote Zwitserland. Wij schrijven 6° Celsius op 12 meter boven NAP. Spijtig genoeg is de keuken van hetzelfde (lage) niveau.[2]
- Goed nieuws voor de koukleum: het gewatteerde jack - de puffer coat - is opgeklommen tot modefavoriet. [3]
Gangbaarheid
- Het woord koukleum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koukleum' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- koukleum op website: Etymologiebank.nl
- Tubantia 11-01-2017
- Volkskrant Vanessa Oostijen 7 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.