kortgeding
Nederlands
Woordafbreking
- kort·ge·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kort bn en geding zn , in België uitgesproken met de klemtoon op 'kort' en dus te beschouwen als een samenstelling die volgens spellingregel 6.C aaneengeschreven wordt, anders dan kort geding in Nederland [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kortgeding | kortgedingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kortgeding o
- rechtszaak met versnelde procedure om over een dringend probleem te beslissen
Verwante begrippen
- tergend en roekeloos geding
Gangbaarheid
- Het woord kortgeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Kortgeding / kort geding op website Nederlandse Taalunie: http://taaladvies.net; geraadpleegd 2017-09-02
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.