korhoen
Nederlands
Woordafbreking
- kor·hoen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hoendervogel’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
- samenstelling van kor en hoen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | korhoen | korhoenders |
verkleinwoord | korhoentje | korhoentjes korhoendertjes |
Zelfstandig naamwoord
korhoen o
- (vogels) Lyrurus tetrix
een vogel uit de ruigpoothoenders
- Korhoenders zijn bijna uit Nederland verdwenen doordat geschikt terrein steeds zeldzamer geworden is.
Hyponiemen
- korhaan m, korhen v
Gangbaarheid
- Het woord korhoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'korhoen' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.