korenwolf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ren·wolf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord korenwolf korenwolven
verkleinwoord korenwolfje korenwolfjes

Zelfstandig naamwoord

korenwolf m [1]

  1. (dierkunde) zeldzame wilde hamster die leeft in korenvelden
    • Het moet een eigenaardig gezicht zijn voor de spaarzame wandelaars op het Pieterpad die de regen trotseren: vijf mannen met paraplu's, die gebogen over een akker op de Kollenberg bij Sittard lopen op zoek naar iets. Dat iets is een burcht van een korenwolf (officiële naam: Cricetus cricetus, Europese hamster). [2] 
    • Bekende Nederlanders brengen de nacht door in een caravan om te protesteren tegen het uitsterven van de korenwolf.
      [3]
       
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord korenwolf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant CASPAR JANSSEN 11 juli 2013
  3. NRC Koen Greven 11 mei 1999
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.