koopakte
Nederlands
![](../I/m/Koopakte_-_Sint_Maartensdijk_-_20460962_-_RCE.jpg)
koopakte
Woordafbreking
- koop·ak·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koop ww en akte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopakte | koopaktes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
koopakte v/m [1]
- officieel document waarin een koop wordt beschreven
- De aanstaande eigenaar krijgt er de originele koopakte bij, die op naam staat van Michelangelo di Lodovico Buonarroti, ‘geliefd beeldhouwer en inwoner van Florence’.[2]
- In café De Brêge in Nij Beets, dorp van veenarbeiders in oostelijk Friesland, hangt een portret van Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Dat moet, het staat in de koopakte. Ook de huidige eigenaar - volgens de Leeuwarder Courant een VVD'er - houdt zich daaraan.[3]
Synoniemen
- koopbrief, koopcontract, koopovereenkomst
Gangbaarheid
- Het woord koopakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 13 november 2015
- Volkskrant 13 april 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.