kookvocht
Nederlands
Woordafbreking
- kook·vocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kook ww en vocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kookvocht | kookvochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kookvocht o [1]
- vocht dat vrijkomt bij het koken (van groenten) of het vocht waarin gekookt is en vaak wordt afgegoten
- Na een paar minuten gaan de schelpen open. Voeg naar smaak peper toe en blus af met de wijn. Laat het geheel nog een paar minuten sudderen. Schenk de inhoud van de pan door een zeef en bewaar het kookvocht. Vis alle volle, geopende schelpen en losse schelpdiertjes eruit. Gooi de schelpen die niet geopend zijn weg![2]
Gangbaarheid
- Het woord kookvocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kookvocht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.