komisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·misch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lachlust opwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1808 [1]
  • afgeleid van het Hoogduitse 'komisch' (met het achtervoegsel -isch) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen komischkomischer
verbogen komischekomischere
partitief komischkomischers-

Bijvoeglijk naamwoord

komisch [3]

  1. de lachlust opwekkend
    • Haar komische timing is waanzinnig, de kwetsbaarheid die ze eronder legt is zo mogelijk nog indrukwekkender. Haar koningin Anne is als de film zelf: verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch. Wereldvreemd, en daarmee juist zo menselijk. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord komisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.