koekenpan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·ken·pan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koekenpan koekenpannen
verkleinwoord koekenpannetje koekenpannetjes

Zelfstandig naamwoord

koekenpan v/m

  1. Een koekenpan (Nederlands-Nederlands) of kortweg pan (Belgisch-Nederlands) is een platte pan met een lang handvat.
    • Wij bakken pannenkoeken in een koekenpan. 

Gangbaarheid

  • Het woord koekenpan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.