kneden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kne·den
Woordherkomst en -opbouw

| | Germaanse talen:

| | Andere Indo-Europese talen:

|}

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kneden
kneedde
gekneed
zwak -d volledig

Werkwoord

kneden

  1. overgankelijk een massa soepel maken door er steeds in te knijpen
    • De bakker kneedde het deeg. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • doorkneden, overkneden, verkneden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kneden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen


Nedersaksisch

Werkwoord

kneden

  1. kneden; een massa soepel maken door er steeds in te knijpen


Veluws

Werkwoord

kneden

  1. kneden; een massa soepel maken door er steeds in te knijpen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.