klokuur
Nederlands
Woordafbreking
- klok·uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klok zn en uur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokuur | klokuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
klokuur o [1]
- een periode van 60 minuten
- Volgens Elkerbout is de 1040-norm gebaseerd op foutieve berekeningen. Bovendien krijgen scholen te weinig geld om alle 1040 klokuren les te geven. De norm is veertig schoolweken maar we krijgen er 36 bekostigd. Als je de norm wilt halen, moet je meer leerkrachten bekostigen. [2]
- NPO betreurt dat door de uitloop van liveprogramma's te veel reclame per uur is uitgezonden. Doordat een reclameblok naar een volgend klokuur verschoof, had dit tegelijkertijd een vermindering van de reclame in het voorgaande uur tot gevolg, benadrukt een woordvoerder. Hierdoor bleef de totale reclamezendtijd per saldo wel gelijk. Het maximum per dag is hierdoor nooit overschreden. [3]
Gangbaarheid
- Het woord klokuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klokuur' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 17 JANUARI 2008 Scholen in verzet tegen urennorm
- Het Parool 16 JULI 2010 Boete SBS en NPO na overdosis reclame
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.