klo

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / kluː /
Woordafbreking
  • klo
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord kló
Naar frequentie 16101
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   klo     m: kloen
v: kloa  
  klør     klørne  
genitief   klos     m: kloens
v: kloas  
  klørs     klørnes  

Zelfstandig naamwoord

klo, m / v

  1. (zoötomie) klauw
  2. (zoötomie) nagel
  3. (zoötomie) schaar
  4. (gereedschap) een klauwachtig gereedschap
  5. (scheepvaart) een strook van een razeil
Afgeleide begrippen
  • [1]: gripeklo
  • [1]: klatreklo
  • [3]: ankerklo
  • [3]: jernklo


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / kluː /
Woordafbreking
  • klo
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord kló
Naar frequentie 16101
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   klo     kloa     klør     klørne  

Zelfstandig naamwoord

klo, v

  1. (zoötomie) klauw
  2. (zoötomie) nagel
  3. (zoötomie) schaar
  4. (gereedschap) een klauwachtig gereedschap
  5. (scheepvaart) een strook van een razeil
  6. (scheepvaart) een onderdeel van een gaffel
Afgeleide begrippen
  • [1]: gripeklo
  • [3]: ankerklo
  • [3]: elteklo
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.