klasboek
Nederlands
Woordafbreking
- klas·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klas zn en boek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klasboek | klasboeken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
klasboek o
- logboek waarin de leraar de lesstof, het huiswerk, de absentielijst en eventuele opmerkingen opschrijft en waarin ook het rooster staat
- De meeste leerkrachten in het kleuter- en lager onderwijs vinden een klasboek en andere kortetermijnplanning onmisbaar. Ook het bijhouden van gegevens over de ontwikkeling van het kind en rapportering aan ouders en collega's vinden ze zeer zinvol. Maar langetermijnplanning scoort aanzienlijk minder goed. [2]
- Moet ik lesvoorbereidingen tonen? Moet ik een schoolagenda of klasboek bijhouden? De onderwijsinspectie biedt op haar webstek sinds kort een antwoord op die telkens weerkerende vragen van leerkrachten. Wat van "Brussel" moet, is daarmee duidelijk gemaakt, maar ook anderen kunnen verplichtingen opleggen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord klasboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klasboek' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- taaladvies over het al dan niet gebruiken van de tussen -e-
- De Standaard 28 februari 2002 Onderwijzers vinden papieren zinvol
- De Standaard 16 april 2004 adl Papierwinkel op school terugdringen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.