kits
![](../I/m/Rigging-ketch-berm.svg.png)
Een kits
Nederlands
Woordafbreking
- kits
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘type zeilschip’ voor het eerst aangetroffen in 1572 [1]
- [zelfstandig naamwoord] van Engels ketch
- [bijvoeglijk naamwoord] als deel van Jiddisch alles gites van Duits alles Gute "alles goed"[2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kits | kitsen |
verkleinwoord | kitsje | kitsjes |
Zelfstandig naamwoord
kits v/(m)
- (scheepvaart) een zeiljacht met twee langsgetuigde masten, de achterste is ruim voor de positie van het roer geplaatst.
- De achterste mast van een kits is korter dan de grote mast.
Uitdrukkingen en gezegden
- alles kits
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kits' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kits" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Endt, E. & L. Frerichs Bargoens woordenboek 20e druk (2011) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 9789035136526; p. 63
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.