kink

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kink
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kronkel’ voor het eerst aangetroffen in 1636 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kink kinken
verkleinwoord kinkje kinkjes

Zelfstandig naamwoord

kink v / m

  1. (scheepvaart) kronkel in een kabel, touw of snoer [3] [4]
  2. deuk [5]
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Er kwam een kink in de kabel [6]

Gangbaarheid

  • Het woord kink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.