keren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wenden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
  • In de betekenis van ‘vegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
keren
keerde
gekeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

keren

  1. overgankelijk de andere zijde toewenden
    • Hij keerde de lap stof zodat de ongebruikte zijde te voorschijn kwam. 
  1. ergatief een voertuig een bocht van 180 graden doen maken
    • Ik vermoedde dat ik op de verkeerde weg zat en ben daarom maar even gekeerd en teruggereden. 
  1. overgankelijk doen omwenden, tegenhouden, terugdrijven
  2. wederkerend zich ~:
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

keren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keer

Gangbaarheid

  • Het woord keren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.