toekeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw

    Werkwoord

    toekeren [1]

    stamtijd
    onbepaalde
    wijs
    verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    toekeren
    keerde toe
    toegekeerd
    zwak -d volledig
    1. iets brengen in een bepaalde richting
      • Ze zegt: ‘We wisten al dat honden erop letten of een mens aandacht voor ze heeft – in een oudere studie zagen we bijvoorbeeld dat een hond eerder voedsel zal jatten als mensen met hun ogen dicht zitten of de hond hun rug toekeren.[2] 
    Synoniemen
    Uitdrukkingen en gezegden
    • iets of iemand de rug toekeren
    zich ergens van afwenden
    • Waarom jonge gezinnen de stad de rug toekeren heeft het CBS niet onderzocht, maar de reden ligt voor de hand: in de stad staan weinig woningen met drie slaapkamers en een tuin - het prototype van de ideale gezinswoning. De stadswoningen die wel aan dat plaatje voldoen, zijn onbetaalbaar voor de meeste gezinnen.[3]}}
    • Met een charme-offensief probeert de Turkse regering te voorkomen dat buitenlandse investeerders na de couppoging en de daaropvolgende zuiveringen het land de rug toekeren.[4]}}
    • iemand de nek toekeren
    zich ergens van afwenden
      Vertalingen

      Gangbaarheid

      • Het woord toekeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
      67 %van de Nederlanders;
      65 %van de Vlamingen.

      Verwijzingen

      1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
      2. de Standaard 19 OKTOBER 2017
      3. Volkskrant Gidi Pols 7 november 2017
      4. NRC Toon Beemsterboer 26 augustus 2016
      This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.