katoenplantage
Nederlands
![](../I/m/Cotton_in_Halifax_County%2C_North_Carolina.jpg)
katoen plantage
Woordafbreking
- ka·toen·plan·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van katoen en plantage
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katoenplantage | katoenplantages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
katoenplantage v [1]
- landbouwbedrijf waar men katoen kweekt
- Eggleston, die uit een rijke blanke familie stamt en opgroeide op een katoenplantage, maakte snapshot-achtige foto’s van de meest banale onderwerpen die hij tijdens zijn reizen tegenkwam. Hij richtte zijn 35mm-camera op kitscherige prullen, ketchup-flessen, nietsige planten, dakranden, hekken, uithangborden, kerstversiering, hobbelpaarden, plastic tuinbeelden, verkeersborden en stoepranden. [2]
Gangbaarheid
- Het woord katoenplantage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.